Zoontjes van de baas

Ik heb ze een paar keer meegemaakt. Zoontjes van de baas. En dan die zoontjes die dus een belangrijke rol in het bedrijf van hun vader krijgen, omdat ze het zoontje zijn en niet op basis van hun competenties. Je ziet het nu bijvoorbeeld ook bij Mark Gillis: van gehoord? Het zoontje van de (letterlijk en figuurlijk) grote vakantiehuisjesbaas Peter Gillis. Die Mark, with all due respect, te simpel om zijn voornaam te spellen waarschijnlijk en zwaar onder de plak bij zijn vader. Het geeft tenenkrommende televisie. Best sneu eigenlijk. Hij geniet wel van de welvaart van zijn vader, want: dure kleding, mooie auto, maar… wil je zó bekend staan?

Dat je een soort bekendheid geniet omdat je best wel een loser bent. In het bedrijfsleven zie je ze dus vaker: zo’n zoontje die allerlei privileges heeft, maar eigenlijk 0 zakelijk talent van zijn vader heeft. Op het moment dat het bedrijf, om welke reden dan ook, overgenomen moet worden door zoonlief: dan weet je gewoon dat dat niet gaat gebeuren of niet succesvol gaat gebeuren.

Natuurlijk zijn er ook succesvolle zoontjes van de baas: maar die kenmerken zich meestal door niet irritant te zijn maar serieus hard te werken. Die zijn dan ook niet irritant. Het gaat om die mannetjes die eigenlijk zelf niks kunnen, wel in dure auto’s rijden en… (vooral) superarrogant zijn. Dat laatste maakt ze onaangenaam en irritant. Ze hebben niks gepresteerd maar meten zich wel een enorme air aan, omdat ze een rijk leven hebben. Alleen: niet zelf verdiend. Respect heb ik voor jongens als Pieter Zwart (oprichter Coolblue), Adriaan Mol (oprichter Mollie) of Jitse Groen (oprichter Thuisbezorgd): relatief jonge gasten die er voor zijn gegaan: ze hebben grote risico’s gelopen, zonder hulp van hun papa. Gewoon door doorzettingsvermogen, door risico’s te nemen, door te ondernemen in goede en slechte tijden.

Johnny de Mol vind ik overigens ook zo’n voorbeeld: kan best een aardige jongen zijn, daar heb ik geen oordeel over, maar laten we eerlijk zijn: hij was nooit bekend geworden als zijn vader niet zoveel macht had gehad. Als John de Mol een verkoper in een telecomwinkel was geweest, om maar een dwarsstraat te noemen, dan had de wereld nooit van Johnny de Mol gehoord. 100%. Ook in de sport en muziek zie je dat hoor. Kijk ook naar Andre Hazes junior. Leven en laten leven: dat klopt.

Neemt niet weg dat ik mij soms wel eens afvraag: wat zou er van ze zijn geworden als ze geen bekende of succesvolle vader hadden gehad. En dan denk ik ook wel eens: man man, kijk eens in de spiegel en gedraag jezelf normaal. Je hebt de privileges van je succesvolle vader, maar gedraag je alsjeblieft even wat normaler. Dát dus.